Om de drie jaar vindt op het eiland Sulawesi in Indonesië het Ma'nene festival, 'de ceremonie van het reinigen van de doden', plaats. Leden van de Torajan-stam graven dan hun overleden familieleden op, wassen ze en trekken hen nieuwe kleding aan. Daarna worden ze in een mooie pose gezet en kan iedereen foto's van hen maken. Het ritueel dat al minstens een eeuw plaatsvindt is bedoeld om de doden te eren. Sommige voorvaderen zijn dan al 30 jaar dood. Bij het opgraven van de doden worden ook de kisten vervangen om verdere ontbinding tegen te gaan. Voor de Torajan is de begrafenis de belangrijkste gebeurtenis in iemands leven. Ze sparen heel hun leven voor hun eigen begrafenis en die van hun familieleden. Soms wordt het lichaam van de overledene weken of zelfs maanden bewaard tot de familie eindelijk een grootse begrafenis kan organiseren. Zo'n begrafenis bestaat uit verschillende ceremoniële handelingen en kan wel een week duren. De lijken worden in doeken gewikkeld om ze beter te kunnen conserveren, ook als ze begraven worden. Volgens het geloof van de Torajan betekent de dood niet het einde, maar een stap verder op weg naar een oneindig spiritueel leven. Maar de geest van de overledene moet altijd terugkeren naar de plaats der oorsprong. Velen durven dan ook hun woonplaats niet te verlaten om te voorkomen dat ze ver van huis sterven. Als dat toch gebeurt, dragen de familieleden de overledene naar huis.