Het basisinkomen: oplossing voor de toekomst of naïef links ideetje?

Economie
woensdag, 24 september 2014 om 16:40
welingelichtekringen header 1

De laatste tijd staat het basisinkomen, een vaste uitkering voor iedereen, weer volop in de belangstelling. Het zou een oplossing kunnen zijn voor de zogenoemde 'second machine age', een nieuwe periode waarin steeds meer arbeid wordt overgenomen door machines en er simpelweg onvoldoende werk is voor iedereen. In de toegenomen vrije tijd zouden mensen meer gaan zorgen voor anderen, extra scholing gaan volgen of zich bekwamen in creatieve en innovatieve werkzaamheden. Altijd met de zekerheid van een basisinkomen ter hoogte van bijvoorbeeld de huidige AOW van 760 euro per maand. Het basisinkomen vervangt alle andere uitkeringen en heeft als groot voordeel dat in tegenstelling tot de huidige bijstand, elke extra verdiende euro mag worden gehouden. Maar er kleven natuurlijk ook grote nadelen aan, want gratis geld van de overheid is dat niet veel te duur en maakt het mensen niet lui? Volgens steeds meer deskundigen valt dat wel mee. In van afgelopen zondag en in het pas verschenen boek van Rutger Bregman 'Gratis geld voor iedereen' leggen ze uit waarom. Voorstanders van het basisinkomen halen graag het Mincome Program aan als bewijs voor het welslagen van het basisinkomen. In de jaren 70, toen het onderwerp ook speelde, besloot een progressieve Canadese regering een experiment te starten in het kleine stadje Dauphin. Iedereen in de arme gemeenschap, die onder een bepaalde inkomensgrens zat, kreeg een aanvulling op zijn inkomen. Het experiment duurde van 1974 tot 1979. Daarna gooide een nieuwe conservatieve regering roet in het eten. De geldkraan werd dichtgedraaid en de data van het onderzoek belandden in een archief. Tot de Canadese economieprofessor Evelyn Forget besloot om de eindeloze hoeveelheid dozen met gegevens te gaan analyseren. Ze kwam tot verrassende resultaten. Ten eerste bleek dat de meeste mensen gewoon doorwerkten. Er waren maar twee groepen die minder arbeidsuren maakten. Jonge mannen ruilden arbeid in voor scholing. Ze maakten hun middelbare school af en gingen niet op 16-jarige leeftijd werken, maar pas rond hun negentiende. En getrouwde vrouwen werkten minder. Zij besteedden meer tijd aan het moederschap en aan zorg voor anderen. Mensen lijken dus niet lui te worden van een basisinkomen. Ze blijven grotendeels doorwerken of besteden hun toegenomen vrije tijd nuttig. Het tweede wat opviel was de afname van 8,5 procent van het aantal ziekenhuisopnamen. Enerzijds omdat er minder ongelukken in huis gebeurden en omdat huiselijk geweld en alcoholmisbruik afnamen. Anderzijds omdat mensen minder vaak werden opgenomen voor psychische klachten. Het aantal depressies en stress gerelateerde problemen daalde. Vergelijkbare experimenten in de VS leidden tot dezelfde resultaten: mensen blijven gewoon werken, maar zijn gezonder en gelukkiger. Dan rest natuurlijk het kostenplaatje. Marcel Canoy, hoofdeconoom van onderzoeksbureau Ecorys, rekent voor dat het financieel haalbaar is. De baten die ontstaan door de afschaffing van alle andere uitkeringen, toeslagen en regelingen komen uit op 125 miljard. De kosten van een basisinkomen van 760 euro per maand voor iedereen zijn volgens de econoom 155 miljard. Dat is inclusief 18 miljard voor kinderbijslag en een bijzondere uitkering van 20 miljard voor hulpbehoevenden. Het tekort van 30 miljard zou moeten worden goed gemaakt door zogenaamde zachte baten: mensen nemen de nu nog betaalde zorg voor anderen over, ze doen ander nuttig vrijwilligerswerk, benutten hun innovatieve en creatieve vermogens en worden productiever omdat ze minder psychische en fysieke klachten hebben. Dat laatste bespaart bovendien ziektekosten. Vooralsnog durft echter geen overheid zijn vingers te branden aan het basisinkomen. De risico's zijn veel te groot. Wie zegt bijvoorbeeld dat de resultaten van het stadje Dauphin elders hetzelfde zijn en of die zachte baten hoog genoeg zijn. Maar het idee is mooi: Het basisinkomen geeft mensen meer verantwoordelijkheid en de middelen om hun eigen leven in te richten en dat maakt hen ondernemender, gezonder en gelukkiger.

Bron(nen): Tegenlicht