De ellende begon in 1889. Een keurige wetenschapper, Charles-Édouard Brown-Séquard (71), vertelde bij een bijeenkomst van de Société de Biologie in Parijs over een experiment dat hij met zichzelf had uitgevoerd. Hij had een extract gemaakt van bloed, de gemalen teelbal van een hond en die van een cavia. Daarmee had hij zichzelf op meerdere plaatsen geïnjecteerd. Hij had het idee dat het hem had geholpen bij ouderdomskwaaltjes. Hij vond vooral dat hij een sterkere straal had bij het plassen en dat het poepen beter ging. Na een paar weken was het effect volgens de man voorbij. Het was - althans in het westen - het eerste beschreven experiment met teelballen om mannelijker te worden op latere leeftijd. In de loop van de 20e eeuw werd het mannelijk hormoon testosteron gevonden. En sindsdien uitgebuit door bedrijven die daaraan geld verdienen door mannen vanaf 40 te beloven dat testosteron hen hun jeugd terug geeft. Tegenwoordig kunnen mensen oraal, nasaal, intramusculair of zelfs transbuccaal (via het tandvlees) via druppels, crèmes, sprays, injecties en pillen nemen. Alleen: het helpt amper. Een beetje bij impotentie, maar daar voldoet Viagra veel beter. En verder is er volgens een vergelijkende studie in het wetenschappelijk tijdschrift JAMA geen voordeel te halen uit het toedienen van testosteron. Zeker niet als het niveau niet laag is. En bijna geen enkele man is het te laag. Er is wel een nadeel: de kans dat je sterft aan een hartkwaal wordt groter. In Azie nemen mannen die bang zijn uitgeblust te raken gemalen neushoorn. Hier een testosteronpleister. Allebei het gevolg van onbewezen bijgeloof