Sportjournalist Lex Muller hoopt op een prachtige sportzomer. Maar verwacht qua medailles geen wonderen. Het zou wel eens tegen kunnen vallen. Muller: 'De opkomende landen investeren steeds meer geld in de sport. Nederland kan die ratrace nauwelijks meer volhouden.' (Foto: De Oranje-camping in Londen) Geniet maar treur niet over teleurstellingen Als sportnatie ondergaat Nederland een beroerde zomer. Het Nederlands elftal blameerde zich op het EK. En de Nederlandse wielerploegen in de Tour de France figureerden meestal achterin het peloton. De Olympische Spelen in Londen moeten deze sombere periode nog enigszins opvrolijken. Als happening zal dat heus wel lukken. Engeland heeft ooit de moderne sport uitgevonden. De sfeer en beleving van de wedstrijden in Londen zullen zeker overwaaien naar de Nederlandse huiskamers. Maar of de nationale equipe van 178 sporters ook qua prestaties de zomer eindelijk aangenaam zal opwarmen, valt sterk te betwijfelen. Volgens de geformuleerde doelstelling moet Nederland bij de top-tien landen van de wereld eindigen. Dat is meetbaar via het medaille-klassement. En dat houdt in dat Oranje in Londen minimaal 25 plakken moet verzamelen, waaronder tien gouden. Niet realistisch en in feite onhaalbaar. Op de Spelen van 2008 in Beijing veroverde Nederland een totaal van zestien: 7 goud, 5 zilver, 4 brons. Chef de mission Maurits Hendriks noemt als verwachting constant het aantal van zeventien, ofwel een meer dan vier jaar terug. Daar klasseerde Oranje, met 237 sporters, zich uiteindelijk als twaalfde in de ranglijst van landen. Vooral dankzij zeven keer goud. De elfde plaats in Londen is in dat opzicht al een verbetering, maar honoreert niet de doelstelling op deze Spelen. Toonaangevende prognoses tippen Nederland voor een totaal van zestien medailles. Berekeningen via de computer schalen de ploeg van Hendriks lager in. Deze modellen voorspellen dat Oranje niet in de buurt zal komen van de heilige tien. Vermoedelijk vijftiende, met zes goud, vijf zilver en zes brons. Op zich respectabel maar bij lange na niet voldoende om onze sport onder de eerste tien te scharen. Nederland telt zeven zogenoemde speerpuntsporten, die voor de medailles moeten zorgen. Daaronder ook roeien en wielrennen. Bij het wielrennen geldt Marianne Vos als de favoriet voor de wegwedstrijd, maar voor de rest zal het vermoedelijk alleen maar tegenvallen. Net als bij het roeien, of wellicht ook het judo en zelfs bij het zwemmen. De opkomende landen investeren steeds meer geld in de sport, omdat dat aanzien uitstraalt. En zeker op het podium van de Spelen. Nederland kan die ratrace zowel financieel als sportief nauwelijks meer volhouden. Dus geniet van het spektakel als geheel en treur niet teveel over de onvermijdelijke in oranje gestoken teleurstellingen...