Uit idealisme kiezen steeds meer consumenten voor de biologische hoek. Maar volgens Stijn Bruers ten onrechte. Hij is zelf - behalve idealist - doctor in de theoretische natuurkunde en ecologie en doctor in de moraalfilosofie. Ook hij koos voor biologisch, tot hij ging uitzoeken of dat ergens op slaat. Zijn bevinding: soms wel, maar ook wel vaak niet. En vaak is het ronduit slecht voor het milieu. "Omdat de opbrengsten van bioteelt een pak lager uitvallen, is een belangrijk nadeel ervan dat je natuurlijk een pak meer oppervlakte nodig hebt om gewassen te telen", zegt Bruers in De Morgen. "Dat gebied zou je beter aan de natuur kunnen overlaten. Daarbij komt nog dat er bij biologische landbouw ook schadelijke pesticiden worden gebruikt, zoals kopersulfaat. Dat is giftiger dan de synthetische pesticiden in de gewone landbouw." En dat zijn er de transportkosten. Die onbespoten quinoa komt vaak van de andere kant van de wereld. De bespoten appel niet. "Biolandbouw is zeker geen bedrog. En het heeft ook bepaalde voordelen – zo is de biodiversiteit in de bodem van een bioakker veel groter, en bevat biologische melk ook meer omega 3-vetzuur. Maar door de bank genomen is het niet beter." Wat Bruers vooral duidelijk maakt is dat de verwachte, grote meerwaarde voor milieu en gezondheid niet tevoorschijn komt uit de kennis die wetenschappers hebben verzameld. Hij vindt de meerprijs van bio producten dan ook buiten alle proportie.