In de middeleeuwen waren er wortels in allerlei kleuren. Pas vanaf de zeventiende eeuw raakte de oranje wortel in zwang en langzaam verdwenen de paarse, witte en gele varianten. Dat had alles te maken met Willem van Oranje, die er na de tachtigjarige oorlog voor zorgde dat de Oranjes aan de macht kwamen. De familie besloot de kleur oranje te gaan promoten. Zo bouwden ze kastelen met namen als Oranjewoud, schilderden ze gebouwen oranje en lieten ze sinaasappelbomen planten. Cadeautjes aan de adellijke familie moesten ook oranje zijn. Niet alleen de Oranjes zelf ook het Nederlandse volk deed mee aan de trend. Voor de gemiddelde Nederlander waren sinaasappels nogal duur, maar Nederland was in die tijd de grootste wortelproducent ter wereld. De wortelboeren bedachten dat het dus heel leuk zou zijn om enkel nog maar oranje wortels te telen. Vrij snel werden paarse en witte wortels schaarser en veroverde de oranje wortel de wereld. Het bleef nog lang een promotiemiddel voor Nederland en de familie Van Oranje.