Geert Wilders heeft zich schuldig gemaakt aan groepsbelediging, aanzetten tot haat en aanzetten tot discriminatie. Wilders had niet mogen oproepen Marokkanen waar mogelijk uit de Nederlandse samenleving te verwijderen. Dart mag een Nederlander niet, dat mag een Nederlandse politicus ook niet. Wilders stelde niet alleen een vraag ("Willen we minder Marokkanen?") maar had met het publiek ook het gewenste antwoord geoefend ("minder, minder minder"). De rechter zegt dat Wilders Marokkanen aangezegd heeft minder aanspraak te maken op Nederlanderschap en dat hij hen daarmee heeft weggezet als minderwaardig. De rechter vindt dat ook dat de tekst beledigend is voor de bevolkingsgroep Marokkanen. De rechter wijst er ook op dat Wilders zijn opruiende teksten niet in een politiek debat deed, maar in een propaganda-bijeenkomst. Hij verwoordde geen partijstandpunten (de beweringen staan niet in het partijprogramma van de PVV), maar zei juist iets heel anders: alle Marokkanen deugen niet. De uitlatingen van Wilders zijn daarom groepsbelediging en zetten anderen aan tot discriminatie. Wilders heeft aangezet tot verdere polarisatie van Nederland. Dat moet hij niet doen, vindt de rechter. In ons rechtsstelsel mag je, met een beroep op de grondwet, niet groepen beledigen en aanzetten tot discriminatie. De rechtbank acht Wilders schuldig, maar geeft hem geen straf. Wilders is schuldig verklaard, maar niet veroordeeld tot straf. Hij heeft nu een strafblad en is officieel crimineel.