Bij regionale verkiezingen op het Italiaanse eiland Sicilië blijkt zich afgelopen weekeinde een politieke aardverschuiving te hebben voorgedaan. De anti-establismentbeweging van komiek Beppe Grillo (62, zie foto), die aan het begin van de verkiezingscampagne de drie kilometer brede zeestraat tussen het Italiaanse vasteland en Sicilië was overgezwommen, kwam met ongeveer 15 procent van de stemmen als grootste partij uit de bus, op de voet gevolgd door de centrum-linkse Democraten. Sicilië, de bakermat van de maffia, stemt van oudsher conservatief en is altijd een bastion van de vroegere Christendemocratische Partij geweest. De opkomst op het eiland van 47 procent was bijzonder laag en weerspiegelt de ontgoocheling onder de bevolking over corruptieschandalen en de hoge werkloosheid. De vorige gouverneur moest aftreden nadat hij ervan was beticht onder één hoedje te spelen met de maffia en zijn voorganger zit zelfs een gevangenisstraf uit wegens zijn banden met de georganiseerde misdaad. Grillo heeft zijn Vijfsterrenbeweging drie jaar geleden opgericht en gaat tekeer tegen het verrotte systeem, de verkwisting van overheidsgeld, de corruptie, de Europese Unie en de euro, en het bezuinigingsbeleid van de Italiaanse premier Monti, een technocraat. Na in mei bij lokale verkiezingen al in vier gemeenten te hebben gewonnen, bewijst hij nu in staat te zijn ook op grotere schaal succes te boeken. De verkiezingsuitslag op Sicilië zal de financiële markten naar verwachting zorgen baren over de politieke stabiliteit in Italië en over de mogelijkheid dat de algemene verkiezingen van begin volgend jaar geen duidelijke winnaar zullen opleveren. Bron: Financial Times