Louis-Philippe Loncke, een 39-jarige Belg, heeft 300 km afgelegd door de Simpsonwoestijn in Australië. Hij is de eerste die dit deed met alleen een rugzak, zonder woestijnkar. Hij vertrok met een rugzak van 60 kilo: 40 liter water, 8 kilo voedsel, kampeerspullen en verschillende camera's. Hij deed twee weken over zijn tocht. De Simpsonwoestijn is een woestijn met rood zand in Centraal Australië. In de zomer wordt het er soms meer dan 50°C. De woestijn is vier keer groter dan Nederland en er woont geen mens. Met tientallen insecten op zijn gezicht trok hij urenlang door de woestijn. Hij werd drie dagen lang geteisterd door stortregen en twee nachten door onweer. 'Mijn grootste angst was om geëlektrocuteerd te worden.' Hij was van plan om de woestijn helemaal te doorkruisen, maar na 300 km strandde hij met nog maar 2,5 liter water en 300 gram voedsel over. De tocht maakt deel uit van drie reizen, waarbij Loncke minstens 250 kilometer wil afleggen door drie verschillende woestijnen. Vorig jaar maakte hij de eerste oversteek ooit buiten de paden van Death Valley in de Amerikaanse staat Californië. Vogende maand vertrekt hij naar Bolivië. Loncke heeft al negen wereldprimeurs van volledig autonome woestijntrektochten en kajakexpedities op zijn naam staan. In 2007 stak hij de Tasmanian Wilderness in Australië over. En in 2008 liep hij al 8oo km door de Simpson woestijn, maar toen deed hij dat nog met een karretje.
Bron(nen): VTM Nieuws