Opgroeien in armoede kan de prestaties van kinderen belemmeren en is van invloed op hun verdere levensloop. Economen en sociale wetenschappers hebben de gevolgen van armoede in de kindertijd uitgebreid bestudeerd, maar neurowetenschappers willen deze inzichten nu aanvullen met gegevens over de impact van armoede op de hersenen van jonge kinderen. Deze week werden onderzoeksresultaten over de gevolgen van armoede op de hersenen van kinderen gepresenteerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Society for Neuroscience in Chicago. Een belangrijke tekortkoming van veel studies is dat ze slechts aantonen dat er een correlatie is tussen een bepaalde hersenstructuur en armoede. Zo bleek uit een onderzoek van het Columbia University Medical Center dat kinderen die opgroeien in gezinnen met lagere inkomens een kleiner hersenoppervlak en zwakkere cognitieve vaardigheden hebben. Maar daarmee is nog niet aangetoond dat deze verschillen in cognitieve vaardigheden en hersenstructuur het rechtstreeks gevolg zijn van leven in armoede. Arme kinderen hebben vaak te maken met een taalachterstand in combinatie met een verminderde selectieve aandacht, d.w.z. de mogelijkheid om stimuli die de aandacht afleiden te negeren en te focussen op activiteiten in de klas. Het Brain Development Lab van de Universiteit van Oregon werkt samen met lokale organisaties aan een programma om selectieve aandacht, stressmanagement en ouderschapsvaardigheden in arme gezinnen te verbeteren door middel van 8 wekelijkse sessies. Het effect van dit programma wordt nu in een gerandomiseerde gecontroleerde trial onderzocht. Een ander onderzoek van de Nationale Universiteit van San Martin in Argentinië maakt gebruik van computersimulaties om te beoordelen of bepaalde programma's jonge kinderen uit gezinnen met lage inkomens kunnen helpen om hun cognitieve vaardigheden te verbeteren. Een risico van onderzoek naar verschillen in de hersenen van kinderen uit arme gezinnen is dat de indruk kan worden gewekt dat deze verschillen onveranderlijk zijn. Daarom is het belangrijk om de neuroplasticiteit, het vermogen van de hersenen om te veranderen als ze worden blootgesteld aan nieuwe ervaringen, te benadrukken. Armoede kan een schadelijke invloed hebben op de vroege ontwikkeling, maar die invloed kan later nog bijgestuurd worden.
Bron(nen): Scientific American