Willem was onlangs jarig. Zus Astrid, die in twee bestsellers uitlegde hoe gevaarlijk gek haar broer is, vond dat vreselijk vertelt ze in Linda tegen Johnnie de Mol. "Mijn broer was jarig, eerder dit jaar. Ik hoorde dat hij had gevraagd om een moorkop, in de cel. En die kreeg hij niet. En dat raakt mij toch heel erg. Ik heb daar nog over zitten janken bij jou. Ik vind dat heftig. Je kunt niet eens gewoon die ene moorkop krijgen. Ik visualiseer heel erg – ik lig ook op dat bed in die cel.” Het blijft toch familie: "Natuurlijk hou ik nog steeds van mijn broer. Houden van bestaat niet alleen uit elkaar aardig vinden. We hebben als gezin een heftige geschiedenis gedeeld. Ik ben daardoor enorm met hem verbonden. Dat hij pissig op me is, snap ik heel goed. Dat kan ik hem niet eens kwalijk nemen. Ik bedoel, kom op. Dat is zo logisch als het maar kan, toch? Als je eigen zusje je verraadt. Als ik een andere reactie had willen hebben, had ik het niet moeten doen. Dus ik begrijp hem, en door dat begrip voel ik de boosheid niet meer.” “Ik heb tijdens een verhoor een keer tegen de rechter gezegd: Ik zou hem het liefst nu mee naar huis nemen. Ik zou het liefst tegen hem kunnen zeggen; ‘Hou je nou op met die nare dingen?’ En dat hij dan had gezegd: ‘Ja As, ik beloof het je.’ Dat ik daar op kon vertrouwen en dat we dan weer gewoon opnieuw konden beginnen. Maar ik weet dat opnieuw beginnen met Wim niet kan."