Dieper kun je bijna niet vallen: Frank Masmeijer was ooit een van de gevierde tv-sterren van het jaren tachtig amusement, nu hangt hem een celstraf van 7 jaar boven het hoofd wegens betrokkenheid bij een enorme drugssmokkel in de Antwerpse haven. Hoe het met hem gaat? "Goed joh," reageert hij in . Hij heeft tien maanden in voorarrest gezeten. "Het blijft maf om kerst in je cel te vieren met alleen een extra krentenbolletje." Één ding wil hij direct rechtzetten: "Overal lees je dat ik zou hebben bekend. Niet waar! Ik héb niet bekend. Dat ik heb bekend is fake news. Media hebben dat klakkeloos overgenomen. Ik ken een aantal mensen in dit dossier. Het enige is dat ik een paar mensen in mijn zaak bij elkaar heb gebracht.” Hij vervolgt: "Het waren kennissen die in mijn zaak kwamen. Tot een neef van mijn vrouw aan toe. Die op een bepaald moment heel raar zijn gaan doen. Uit angst zijn ze gaan wijzen. Zo is men bij mij gekomen. Ik ben nooit in de haven geweest, ik ken de hele situatie niet. Dan lees ik ergens: ‘Hij moest de drugs komen ophalen’. Wat is dat voor achterlijk gedoe. Verschrikkelijk. Heel Nederland denkt nu dat ik een drugsbaron ben. Die spullen tussen bananen moest halen? Ben je nou helemaal gek geworden!’’ Het helpt niet mee dat hij in financiële problemen zit, al zou ook dat zwaar zijn overdreven. "Eén zaak ging failliet, maar een groter probleem was het geld dat ik in mijn nieuwe huis had gestopt vanwege een verbouwing. Dat was de nekslag. Achteraf zijn er wel een paar dingetjes die ik anders had willen doen. Jaren zit je in een leven met mooie auto’s en feestjes. Zelf had ik drie horloges, reed ik in een Porsche Cayenne, mijn vrouw in een Bentley, wij gingen naar Zuid-Frankrijk op vakantie, nog een keer naar Las Vegas, de kinderen zaten op een privéschool … Nu denk ik: waar is dat allemaal voor nodig geweest? Maar je zit in een soort carrousel met een rare groep vrienden die allemaal hetzelfde doen. Nu denk ik wel eens: doe gewoon joh.” Maar is hij dan echt honderd procent onschuldig? "Ik denk, ik ben… Laat ik het zo zeggen: waar ik voor verdacht ben, daar ben ik onschuldig voor ja. Dat denk ik niet, dat is gewoon zo.”
Bron(nen): AD