Over Hans van der Togt de gewezen presentator van het ooit immens populaire Rad van Fortuin doen veel verhalen de ronde. Het AD zocht hem op in zijn huisje in Friesland en treft een man aan die verrassend eerlijk is. "Ouder worden, ik vind er geen fuck aan." De 69-jarige Van der Togt zegt eenzaam te zijn in het Friese dorpje Achlum. "Het eerste jaar was ik euforisch. Ik vond het zo prachtig hier. Maar ja, ik ben nu wel gewend aan de groene weiden, de schapen en het dorpsleven. Ik heb gelukkig Hero, mijn lieve hond. Maar vooral in de wintermaanden is het lastig.'' Financieel heeft hij nog altijd niets te klagen. "Ik heb er goed aan gedaan veel geld in aandelen van Endemol te stoppen. Bijna 3,5 ton was dat. Toen drie jaar later Telefonica zich meldde met een gigantisch overnamebod ging mijn inleg acht keer over de kop. Door de crisis is dat bedrag later weer gehalveerd, maar van wat er over is, leef ik nu nog steeds.'' Zijn vriend Kris stierf eind jaren 90 aan aids. Aan een nieuwe liefde heeft hij geen behoefte meer. "Ik zie mijn goede vriend hier in Achlum drie keer in de week, onze vriendschap is platonisch. We eten elke zaterdagavond samen. Daaraan heb ik genoeg.'' Waarom hij zoveel te zwaar is? "Zuipen, eten, te weinig bewegen. En ik heb aanleg, hè. Afvallen is moeilijk als je geen support krijgt. Op dat vlak zou een partner wel fijn zijn. Om nou hier in m'n eentje achter een bordje slabladeren te gaan zitten. Nu tik ik nog iedere dag makkelijk een flesje wijn weg. Ik drink twee glaasjes 's middags om 12 uur en de rest 's avonds voor de buis.'' "De drank heb ik nu redelijk onder controle. Ik haal 's ochtends één fles wijn bij de Spar. Sterke drank komt mijn huis niet meer in. Na mijn verblijf in de afkickkliniek heb ik twee jaar niets gedronken, maar twee jaar geleden ben ik toch weer voorzichtig begonnen. Vorig jaar was het even meer dan een fles per dag, maar ik heb de knop omgedraaid. Die ene fles is echt genoeg. Ik zeg weleens: 'Het is hier zo rustig, je wordt vanzelf alcoholist.'' Gelukkig zou hij zichzelf niet willen noemen. "Maar daar heb ik nooit naar gestreefd. Het gaat mij om tevredenheid. En dat lukt. Niet dagelijks, hoor. Maar toch nog best vaak.''
Bron(nen): AD