"De macht moet verdeeld worden. Meer castingbureaus, minder verwevenheid met producenten. In het buitenland mág dit niet eens,” zegt actrice Inge Ipenburg in het Algemeen Dagblad. Ze spreekt van een angstcultuur. Kemna Casting, het bureau waar Job Gosschalk voor werkte, is in Nederland bijna monopolist. "Als er nog maar één castingbureau is, met nauwe banden met de producenten, dan wordt het een heel onveilige situatie. Dan durf je als acteur niets te doen. Ze konden met hun verhaal nergens naar toe. De media? Ik ben ervan overtuigd dat het dan weggemoffeld zou zijn en dat je geen carrière meer had gehad,” aldus Ipenburg. Dat overkwam onder meer Yorick van Wageningen, die nu in Hollywood genoeg werk heeft. "Ik ken Yorick uit die periode, een van de meest veelbelovende acteurs in Nederland, maar ineens had hij niets meer te doen,” zegt Ipenburg. Ipenburg is niet de enige. Vele acteurs vinden dat Kemna Casting minder machtig moet worden. Wat Ipenburg en andere acteurs ook niet geloven is dat Kemna niets wist van het seksueel misbruik. "Alle acteurs wisten het’,’ weet Ipenburg. "Producenten staken hun kop in het zand. En het zal geen opzet zijn, maar Kemna kan niet beweren hier nooit iets over gehoord te hebben of niets van te weten. Je moest wel heel erg je best doen om de andere kant op te kijken om echt nooit iets opgevangen te hebben. En als je zegt van niets te weten: vraag je je dan niet af hoe dat komt?”