Jan Versteegh trapt het nieuwe televisieseizoen maandagavond af met een nieuwe reeks van de tv-klassieker Lingo. SBS6 blaast de tv-quiz, die 25 jaar lang te zien was bij de NPO, na vijf jaar afwezigheid nieuw leven in. "Ik hoop dat kijkers er net zo veel plezier aan beleven als JP en ik doen in de studio", zegt de presentator.
Jan Versteegh was nog maar drie jaar oud toen Robert ten Brink het woordspel in 1989 op de Nederlandse televisie presenteerde. "Maar bij latere afleveringen met François Boulangé, Nance en Lucille Werner deed ik graag mee vanaf de bank", zegt de SBS6-presentator. "Dat is de kracht van het programma, dat kijkers meedoen en zich kunnen meten aan de kandidaten. Eenvoud is de kracht van Lingo. Het is no-nonsense en ik denk dat dit nog steeds werkt op televisie. Je kunt lekker laagdrempelig meespelen."
Jan Versteegh deed pas enkele maanden geleden een screentest en dacht onderweg naar de studio: "Dit zou wel eens goed bij me kunnen passen, want ik ben een spelletjesmens. En naast spelletjes houd ik van de omgang met mensen, dat komt samen in dit programma."
Letters
SBS6 heeft de formule van Lingo wel een klein beetje gemoderniseerd, vertelt Jan. "De finale is nog hetzelfde met cijferballen waarmee je getrokken nummers weg speelt op de kaart tot je een rijtje hebt van vijf - horizontaal, verticaal of diagonaal. Maar in de reguliere rondes spelen we voortaan met letters, waarmee kandidaten en kijkers een puzzelwoord kunnen raden. Daarmee vallen er minder dode momenten in het spel. Met een puzzelwoord in beeld speel je de héle tijd door."
Versteegh houdt van doorspelen. "Thuis ben ik de officieuze bedenker van scrummikub, waarbij spelers aan tafel gelijktijdig rummikub en scrabble spelen. Zo hoeven spelers minder lang op elkaar te wachten tijdens de bedenktijd van hun tegenstanders. Nee, daar raak ik niet van in de war. We hebben het al vele malen gespeeld."
Jan Versteegh is blij dat jurylid JP weer van de partij is. "JP is immers vervlochten met Lingo. En af en toe weet ik het niet als presentator, maar hij weet het vaak al zonder iets op te hoeven zoeken. Laatst noemde een kandidaat het woord Oenau, met o-e-n-a-u. Ik keek vertwijfeld naar JP, die het woord direct herkende. ‘Oh ja, de tweevingerige luiaard’, zei JP en hij keurde het woord goed. Zo leer ik ook nog wat bij."