Wie of wat krijgt een mens zover om op een stille zondagavond af te reizen naar Leeuwarden? Dat kan eigenlijk alleen maar de grootste zanger van Nederland zijn. Boudewijn de Groot trad op in een uitverkochte Harmonie vol zestigers, voor wie het een heel prettig weerzien was met hun oude held, die nog altijd klinkt alsof hij 25 is. Zijn grote hits speelt hij niet meer. Waarom zou hij ook? Hij heeft de laatste jaren prachtige nieuwe liedjes gemaakt, dromeriger en melancholischer dan vroeger, maar evengoed wonderschoon. De teksten zijn veelal zelf geschreven en al is Lennaert Nijgh echt niet te evenaren, de eigen woorden klinken net zo vanzelfsprekend, bijvoorbeeld als hij zingt over zijn moeder die is overleden in een Jappenkamp in Indonesië of over zijn vader, de zwijgzame man, die niet over zijn gevoelens praat. Na de pauze komt de nadruk steeds meer op de muziek te liggen. De uitstekende band die uit niet meer bestaat dan een toetsenist, bassist en zoon Marcel op gitaar speelt vol overgave heerlijke oude nummers als 'Wegen', 'Wonderkind van 50' en 'Geen carnaval'. Als één ding opvalt aan de bijna 72-jarige chansonnier dan is het hoe gemakkelijk hij zingt en speelt. De frivoliteit spat er van af: de zanger wil een fijne tijd hebben op het podium en geniet ervan zolang het kan. Gelukkig kunnen wij nog even meegenieten. Tot 28 mei staat hij in de theaters. En waarom hij nog niet mag stoppen? Omdat er nog steeds niemand in Nederland ook maar in de buurt komt.