Het aantal gezinnen met 1
kind heeft zich in de afgelopen 30 jaar verdubbeld. In 2003 was 1 op de 11 kinderen enig kind volgens het CBS. Ondertussen zal het aantal waarschijnlijk nog toegenomen zijn.
Evengoed leven er nog veel vooroordelen over kinderen die opgroeien zonder broers of zussen. Zo zouden ze verwend, sociaal minder vaardig en existentieel eenzaam zijn. De Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Toni Falbo heeft echter na bijna 40 jaar onderzoek geconcludeerd dat er geen negatief verband bestaat tussen gezinsgrootte, gedragsproblemen of gevoelens van eenzaamheid. Sterker nog, uit verschillende studies komt naar voren dat enige kinderen vaak socialer zijn dan kinderen uit grote gezinnen. Enige kinderen hebben nooit hoeven strijden voor aandacht thuis en zien leeftijdsgenoten dan ook niet als een concurrent. Omdat enige kinderen veel aandacht krijgen, presteren ze vaak iets beter op school en in hun verdere loopbaan.
In het boek
Enig Kind gaat Jacqueline van Swet (orthopedagoog en psycholoog) in gesprek met een aantal ouders van enig kinderen, maar komen de kinderen zelf ook aan het woord.
Enig kind biedt een genuanceerd beeld van hoe het is om een enig kind te hebben of om een enig kind te zijn.