Maarten 't Hart was liever niet geboren. 'Nog steeds denk ik soms: waar zijn die ouders van mij aan begonnen? Dat was toch niet nodig geweest? Dan stel ik me voor dat ik ergens in februari 1944 verwekt moet zijn en dat ik daarbij zou zijn en zou roepen:' - roept ineens hard door het stille huis, waar hij voorheen op fluistertoon sprak - 'Niet doen! Stop! Hoeft helemaal niet! Niemand zal me missen als ik er niet ben!' In een prachtig interview in De Volkskrant blijkt 't Hart nog steeds geen lachebekje. Vooral het eeuwig leven lijkt hem vreselijk.
"Je moet accepteren dat je er op een gegeven moment niet meer bent. Stel je voor dat je eeuwig zou moeten leven, dat is toch verschrikkelijk? Je zou je dóód vervelen! Nee, eeuwig leven lijkt me verschrikkelijk. Die dominees konden ook nooit aannemelijk maken wat daar nou zo leuk aan was. Een van die herders vertelde dat als je dood was, er in de hemel een activiteit zou zijn waar je ontzettend veel plezier aan beleefde, namelijk vissen. Nou zeg, vissen. Het is toch ondenkbaar dat je daar tot in eeuwigheid plezier aan zou ontlenen.'
'Ik kan absoluut niet begrijpen dat mensen kinderen willen. Je weet dat er van alles mis kan gaan met ze'