We zingen het volkslied veel te traag en ook veel trager dan in de zeventiende eeuw. Dat zeggen twee muziekdeskundigen in het AD.
Het Wilhelmus is een betrekkelijk kort lied. Het eerste couplet dat de meesten wel kunnen meezingen telt bijvoorbeeld slechts 33 woorden. En toch presteren veel orkesten en koren het om bijna een minuut over dat eerste couplet van het volkslied te doen. Dat kan wel wat vlotter, betogen Margot Kalse, een in oude muziek gespecialiseerde neerlandicus en zangeres, en Olga van Marion, universitair docent literatuur en cultuur aan de universiteit van Leiden. ,,Oorspronkelijk had het zelfs een andere melodie'', zegt Kalse tegen het AD. ,,Na verloop van tijd kreeg het de huidige melodie, die overigens wel veel lijkt op de oorspronkelijke. Maar het was in ieder geval stukken sneller dan het Wilhelmus dat in 1932 als volkslied werd gekozen. Eind 16de eeuw was het een opgewekt lied om overwinningen te vieren. Maar daar is weinig meer van over.''
Is dat een oproep aan orkesten en koren? ,,Ja, zeker! Die hebben toch een zekere mate van artistieke vrijheid in het uitvoeren van het volkslied. Je zou in het voetbalstadion kunnen beginnen, misschien dat de spelers van het Nederlands elftal dan ook wat enthousiaster gaan meezingen.''