Voor de Spaanse zuidkust zouden de restanten van het mythische eilandenrijk Atlantis liggen. Dat stelt een Brits satellietbedrijf, dat beweert de ruïnes van nederzettingen te hebben gevonden evenals een dikke havenmuur. Wetenschappers van Merlin Burrows onderzochten met behulp van satellietbeelden, luchtfotografie en grondobservaties op de bodem van de zee bij Andalusië resten waarvan ze dachten dat ze van de Grieken of Romeinen waren, maar er klopte een aantal dingen niet. Zo werd er een type cement gebruikt dat nog nooit eerder is gezien en lagen er geavanceerde materialen die tot nu toe onbekend waren. Ook waren sommige ruïnes bedekt met een turquoise legering, precies zoals Plato zijn Atlantis beschreef. De materialen werden onderzocht in het . “Ze bleken ouder dan de bekende Griekse en Romeinse resten en verder ontwikkeld”, aldus Tim Akers van Merlin Burrows. “De stalen bestonden uit oud, prehistorisch beton”, zegt ook dr. Giacomo Falanga van het Modena Centro Prove. Zijn collega Andrea Carpi: “Ze werden met zekerheid gemaakt door een eeuwenoude beschaving met geavanceerde bouwmethodes. Het doet me geloven dat we het over een beschaving hebben die technologisch ver ontwikkeld was.”
"De hele site strekt zich uit over een oppervlakte van 160 kilometer, van de Atlantische Oceaan tot de Middellandse Zee”, aldus Akers. “Ongeveer in het midden van al die nederzettingen was een gigantische binnenzee van 100 kilometer lang, waarin verscheidene eilanden lagen. Sommige waren natuurlijk, andere door de mens gemaakt. Het hoofdcomplex bestond uit twee platformen van waaruit je de hele eilandengroep kon zien. We weten niet wanneer de beschaving gesticht werd, maar vermoedelijk verdween ze aan het einde van de laatste ijstijd, zo’n 10.000 jaar geleden.”
Van Atlantis wordt in principe aangenomen dat het nooit heeft bestaan. Het zou een verzinsel zijn van de Griekse filosoof Plato. Er zijn inmiddels talloze theorieën over waar Atlantis precies zou liggen en wat er zou zijn gebeurd, maar geen enkele theorie kan als wetenschappelijk worden beschouwd.
Bron(nen): HLN