De staatsschuld hangt als een zwaard van Damocles boven ons hoofd. Politici zijn er van overtuigd dat die schuld teruggedrongen moet worden, want anders...ja wat dan? Jesse Frederik van nuanceert de clichés rondom de staatsschuld. Het beste kun je de staatsschuld uitdrukken als percentage van het bruto binnenlands product en niet zoals politici graag doen als een enorm getal, aldus Frederik. De staatsschuld bedraagt dan 65,1 procent. In 157 van de afgelopen 200 jaar was dit percentage hoger dan nu. Bovendien hebben we in de afgelopen eeuwen zelden zo weinig rente betaald en dat is eigenlijk nog veel belangrijker. Bij een bedrijf kijk je niet alleen naar de schulden, maar ook naar de bezittingen. Dat zou je bij de overheid ook moeten doen. Zet je de bezittingen (een kwart van alle Nederlandse grond, Groningse gasreserves, dijken, rijksgebouwen etc.) af tegen de schulden dan staat Nederland ruimschoots in de plus. Daarnaast hebben we nog een pensioenpot van 1.700 miljard euro, waarvan de overheid enkele honderden miljarden aan belasting krijgt. Volgens het CPB krijgt Nederland op de langere termijn dan ook een begrotingsoverschot. De rente die de overheid betaalt over de staatsschuld, wordt ook ontvangen door iemand. Kleinkinderen betalen niet alleen de rekening, ze zijn ook begunstigden van de rekening, schrijft Frederik. Op dit moment is ongeveer de helft van de staatsschuld in handen van Nederlanders, De staatsschuld zorgt er dus voor dat onze bank rente geeft en ons pensioen straks inkomen. De andere helft is in handen van het buitenland, maar wij hebben meer geld uitgeleend aan het buitenland dan we zelf lenen. In tegenstelling tot wat het ministerie van Financiën beweert is er nauwelijks bewijs dat een hogere staatsschuld leidt tot een lagere economische groei. Na de crisis deden economen erg hun best om een oorzakelijk verband te vinden, maar dat is niet gelukt. "Hoewel er bewijs is dat er een verband bestaat tussen lage groei en hoge schulden, is er geen onderzoek dat steekhoudend bewijs levert voor een causaal verband van schuld naar groei," zo vatten economen Ugo Panizza en Andrea Presbitero de literatuur onlangs samen.
Bron(nen): De Correspondent