AMSTERDAM (ANP) - Uitgaven van de overheid en consumptie door huishoudens zijn de motoren achter de geleidelijke groei van de
economie, zegt ABN AMRO. Hoewel de economie in het eerste kwartaal is gekrompen, verwacht de bank voor heel dit jaar wel groei.
De Nederlandse economie kromp in het eerste kwartaal onverwacht, met 0,1 procent vergeleken met het voorgaande kwartaal. Dit kwam vooral door de industrie en export. Voor de rest van het jaar verwacht ABN AMRO wel groei van de economie, al heeft de bank haar raming voor heel dit jaar iets naar beneden bijgesteld. Die komt nu uit op een groei van 0,5 procent.
De consumptie trekt weer aan en de bank verwacht dat deze lijn zich in 2024 voortzet. Daarmee komt de groei van de consumptie van huishoudens dit jaar uit op 2,2 procent en levert daarmee de grootste bijdrage aan de totale groei van het bruto binnenlands product (bbp), de maatstaf voor economische groei.
Loongroei
Huishoudens profiteren dit jaar van drie zaken die goed zijn voor de koopkracht, stelt ABN AMRO. Dat zijn een verder dalende inflatie, lonen die inlopen op het prijspeil en overheidsbeleid.
Loonstijgingen drukken een stempel op de prijsontwikkeling van arbeidsintensieve producten en energie speelt een minder grote rol dan in voorgaande jaren. De combinatie van lagere inflatie en sterke loongroei zorgt ervoor dat consumenten het koopkrachtverlies inlopen, redeneert de bank.
Coalitieakkoord
Ook overheidsbeleid zoals de hogere huurtoeslag, de verlengde verlaging van de brandstofaccijnzen en het vergroten van de arbeidskorting voor middeninkomens ondersteunt de koopkracht. De krappe arbeidsmarkt en de vooruitzichten op werk zijn ook bevorderlijk voor de consumptie.
De bank verwacht bovendien dat het bbp in 2025 meer zal stijgen door stimuleringsmaatregelen uit het coalitieakkoord. ABN AMRO heeft de groeiraming voor volgend jaar daarom bijgesteld van 1,2 naar 1,3 procent.
Tegenwind
ABN AMRO wijst ook nog op de renteverlaging van de Europese Centrale Bank die uiteindelijk een impuls zal geven aan de economische activiteit in Nederland en in de eurozone. Dat effect zal niet meteen voelbaar zijn. "Omdat monetair beleid met een vertraging werkt, duurt het even voordat de renteverlagingen hun effect sorteren in de economie."
Tot slot is de bank voorzichtig optimistisch over de groei in de eurozone, onder meer door de afnemende tegenwind van de hoge rentes. "In de tweede helft van 2024 gaat dit ook zorgen voor een stijging van de Nederlandse uitvoer", aldus de bank.