De koopkracht zal volgend jaar met 0,8 procent omhoog gaan, klonk het deze week optimistisch uit Den Haag. Volgens ABN Amro gaan de meeste mensen er echter helemaal niet op vooruit.
De bank verwacht dat de koopkracht voor werkenden en uitkeringsgerechtigden gelijk blijft. Sommige mensen met lage inkomens gaan er zelfs op achteruit en voor gepensioneerden met een hoog aanvullend pensioen ziet het er eveneens niet goed uit, denkt de bank.
"Op het gebied van pensioen gaan we uit van onderdekking bij pensioenfondsen als ABP en PFZW waardoor er bij zo'n anderhalf miljoen gepensioneerden gekort wordt," zegt Piet Rietman, econoom bij het Economisch Bureau van ABN Amro. Dit leidt tot een lagere koopkracht voor gepensioneerden. Maar ook tot meer druk om de premies te verhogen, wat de koopkracht van werkenden omlaag duwt."
Verder verwacht de bank dat werkenden minder loonsverhoging krijgen en dat ook een promotie minder extra salaris oplevert dan voorheen. Rietman: "De vuistregel is dat de lonen stijgen in een krapper wordende arbeidsmarkt, maar in de laatste zes jaar was dit niet zo, waarschijnlijk door flexibilisering van de arbeidsmarkt. Nu de arbeidsmarkt weer ruimer wordt zal de incidentele loonontwikkeling zeker negatief zijn."
De uitgelekte Prinsjesdag-stukken zijn een stuk hoopvoller: het kabinet verwacht na een krimp van 5 procent dit jaar een economische groei van 3,5 procent in 2021. De koopkracht moet met 0,8 procent omhoog gaan. Mensen met een baan gaan er volgens Den Haag 1,2 procent op vooruit, uitkeringsgerechtigden 0,5 procent en gepensioneerden 0,4 procent.