De gemeente Apeldoorn beëindigde in 2019 de bijstandsuitkering van een vrouw, omdat uit haar bankafschriften bleek dat ze wel erg weinig boodschappen deed. Ten onrechte, oordeelt de rechter nu.
De vrouw zou 10.000 euro aan bijstand moeten terugbetalen. Ook kreeg ze nog een boete van 1230 euro. Het oordeel van de gemeente was enkel gebaseerd op een norm van het Nibud, die voorschrijft dat een alleenstaande vrouw gemiddeld 200 euro per maand besteedt aan boodschappen. In sommige maanden gaf de vrouw maar 50 euro uit in de supermarkt en in een enkele maand zelfs helemaal niets.
Volgens de gemeente is daarom niet vast te stellen dat ze recht heeft op bijstand. Maar de Centrale Raad van Beroep vindt de Nibud-norm niet voldoende als bepalende factor. Zeker omdat de vrouw al had verklaard aan de gemeente dat ze na het faillissement van haar kledingwinkel in de schulden zat en die ook nog moest afbetalen. Daarom gaf ze zo min mogelijk geld uit aan boodschappen, at af en toe bij de buurman en leende soms om eten te kunnen kopen.
De rechters vinden deze verklaring niet onaannemelijk en oordelen dat de gemeente daarom zelf meer bewijs had moeten verzamelen voor eventuele fraude. Apeldoorn moet de inwoner nu 2868 euro betalen als onkostenvergoeding.