De Verenigde Staten zijn allang niet meer het gidsland dat ze ooit waren. Misschien wel vooral omdat het 's werelds grootste economie maar niet lukt om de welvaart een héél klein beetje eerlijk te verdelen. Pulitzerprijs-winnaar Matthew Desmond
vertelt aan de Volkskrant over de armoede in zijn land.
"Er is veel meer armoede in Amerika. De kinderarmoede is twee keer zo hoog als in landen als Duitsland, Zuid-Korea of Nederland. Het verschil is dat Nederland en andere Europese landen verhoudingsgewijs veel meer belasting innen. Het belastinggeld dat jullie betalen staat gelijk aan zo’n 40 procent van jullie totale economie, in de Verenigde Staten is dit zo’n 25 procent. Daardoor is het sociale vangnet in Europa veel groter dan in Amerika, en zie je niet de extreme armoede die je bij ons op straat kunt tegenkomen."
Normaal gesproken hanteren westerse landen een andere armoedegrens dan ontwikkelingslanden. Zo ligt die grens in Nederland voor een alleenstaande op ongeveer 1130 euro per maand. In de VS is berekend dat een Amerikaan ongeveer 4 dollar per dag nodig heeft voor eerste levensbehoeften. Dat komt overeen met de armoedegrens voor ontwikkelingslanden van 2 dollar per dag. Maar liefst 5,3 miljoen Amerikanen zitten op dat niveau. "Let wel: dat is abjecte armoede naar mondiale maatstaven, dus vergeleken bij ontwikkelingslanden."
Roofoverval van rijkenDe hoogleraar sociologie aan Princeton beschrijft de ramp die armoede is beeldend: "Armoede is een rottende tand, bovenop intimidatie door deurwaarders, bovenop ‘nee’ zeggen tegen je kinderen, bovenop de misselijkmakende angst om je huis uitgezet te worden. Armoede is de verstikking van je talenten en dromen, het is een te vroeg gekomen dood, het is een strakke knoop van vernederingen en kwellingen. De hardnekkigheid van armoede in Amerikaanse levens betekent dat miljoenen gezinnen veiligheid, zekerheid en waardigheid worden ontzegd in het rijkste land in de geschiedenis van de wereld. Waarom?"
Het antwoord is volgens hem niet dat armoede een gevolg is van grote maatschappelijke ontwikkelingen. "En ook niet van allerlei morele tekortkomingen aan de kant van de armen – zoals luiheid of het hebben van buitenechtelijke kinderen, waar rechts Amerika de mond van vol heeft. Soms is armoede domweg het gevolg van een soort roofoverval door rijke mensen. Dit zette me aan het denken over uitbuiting, en over hoe armoede een sociale relatie is tussen winnaars en verliezers, waarin de levens van de verliezers klein worden gehouden, opdat de winnaars kunnen floreren.’