Belgen betalen van alle Europese burgers de meeste belasting per motorvoertuig. Dat blijkt uit cijfers van de Europese autobranchevereniging European Automobile Manufacturers' Association (ACEA). Op de ranglijst staat Nederland in de middenmoot.
In de berekening worden belastingen op de aanschaf (bijvoorbeeld BTW), het bezit (bijvoorbeeld wegenbelasting) en het gebruik (benzinebelasting) van motorvoertuigen meegenomen. Belgen betalen per motorvoertuig gemiddeld 3187 euro per jaar aan belasting, Nederlanders 2158 euro. Spanjaarden zijn belastingtechnisch het goedkoopst uit. Zij betalen jaarlijks gemiddeld 1068 euro belasting per motorvoertuig.
Duitsland ontvangt per motorvoertuig jaarlijks gemiddeld 1963 euro belasting. Omdat geen Europees land meer voertuigen heeft dan Duitsland, verdienen onze oosterburen meer geld aan motorvoertuigenbelastingen dan welk Europees land dan ook: bijna 100 miljard euro. Franse burgers betalen per motorvoertuig jaarlijks gemiddeld 1911 euro aan belasting, Italianen 1727 euro.
Volledige budget
In totaal wordt er in grote Europese landen ruim 398 miljard euro verdiend aan belastingen op motorvoertuigen. Dat is ruimschoots twee keer het volledige budget van de Europese Unie (EU). Volgens Eric-Mark Huitema, de Nederlandse directeur-generaal van ACEA, moet dat geld worden geïnvesteerd in een goede infrastructuur voor voertuigen die op alternatieve brandstoffen rijden. In het eerste kwartaal van dit jaar was 14 procent van de nieuwe auto's die werden verkocht elektrisch oplaadbaar, zegt Huitema.
In totaal zorgt de Europese auto-industrie voor 14,6 miljoen banen. Dat is bijna 7 procent van alle Europese banen. De EU verdiende het afgelopen jaar 74 miljard euro meer aan de auto-industrie dan ze eraan kwijt was.