Het thuiswerken bevalt, in ieder geval bij ambtenaren. Ze willen wel voor altijd de helft van de tijd thuis blijven werken. En slechts 10 tot 15 procent zit liever de hele week op kantoor.
Dat blijkt uit onderzoek van het
Center for People and Buildings (CfPB) onder ruim 40.000 ambtenaren van de Rijksoverheid, de Belastingdienst, het UWV, de politie en de rechtspraak,
waarover NRC schrijft.De voordelen die ze noemen: minder reistijd, beter in staat om 'concentratiewerk' te verrichten en een betere werk-privébalans. Andere belangrijke uitkomst is dat ze niet minder productief zijn, iets wat werkgevers nog weleens vrezen. "Thuis ontbreken de dwingende ogen van anderen en moet je jezelf aan de gang zetten. Ik denk dat bij veel mensen het idee leefde: we zullen eens laten zien dat wij dit kunnen," aldus onderzoeker Bartele Hoekstra in NRC.
Belangrijk daarbij is dat ze een werkgever hebben die hen vertrouwt. "Mensen die meer vertrouwen van hun leidinggevende ervaren, vinden zichzelf productiever. Dan voel je de ruimte om snel keuzes te maken en lekker door te werken.”
Na de coronacrisis hopen de ambtenaren de helft van de tijd te kunnen blijven thuiswerken en een thuiswerkplicht vindt 80 tot 90 procent niet erg. Een kleine minderheid, zo'n 10 tot 15 procent, wil heel graag weer de hele week naar kantoor. Dat zijn vaak mensen met kleine kinderen of heel kleine huizen.