De hogere prijzen voor vakanties hebben weinig mensen afgeschrikt. Het aantal boekingen is al heel hoog. Maar er zijn vast ook mensen die de prijzen wat gortig vinden. Voor hen zijn de opkomende vakantielanden van Europa misschien een optie. Ze liggen, uiteraard, in het oosten.
“Eigenlijk is nu hét moment om naar landen als Albanië, Roemenië en Slovakije te gaan”, zegt Griet Van Boxstael, docent toerisme aan Hogeschool PXL in Hasselt tegen Het Nieuwsblad. “Ook voor citytrips zijn steden als Boedapest, Boekarest, Sofia of Warschau populair bij jongeren. Het is budgetvriendelijk. Hoe lang het nog goedkoper is, is natuurlijk de vraag. Ook daar begint het massatoerisme op te komen.”
Er is een reden waarom Albanië, Roemenië en Slovakije nog goedkoop zijn: er is weinig toeristische infrastructuur. Weinig goede accommodaties, slechte bereikbaarheid van mooie plekken.
“Albanië: heel leuk. Ik ben er zelf al een paar keer geweest”, reageert Jan Van der Borg, toerisme-expert van KU Leuven. “Maar ik zou het op dit moment niet als volwaardig alternatief zien. Het mist infrastructuur. Als je jonger bent, en je bent op zoek naar avontuur, dan kan je het daar zeker naar je zin hebben. Er zijn veel landen waar de toeristische infrastructuur nog verbeterd moet worden, maar waar de attracties – natuur en cultuur – wel prima in orde zijn.”
“Albanië is nog vrij nieuw”, zegt ook Piet Demeyere van Tui, die het land in hun aanbod hebben. “Het is één van die laatste communistische landen waarvan mensen nog een beetje gewoon moeten worden dat de tijd ook daar niet is blijven stilstaan. Het is zeker niet negatief, maar je merkt aan de details dat ze ervaring missen. Hotels zijn middelmatig. Het toerisme staat nog een beetje in de kinderschoenen. Albanië moet nog zijn weg vinden om internationale allures te krijgen. ”
Bron(nen): Nieuwsblad