De meeste mkb-bedrijven hebben tot nu toe wat betreft financiële gezondheid beperkt last gehad van de coronacrisis, meldt De Nederlandsche Bank (DNB). Met name de sectoren die direct last hadden van de coronamaatregelen hadden het moeilijk, maar andere ondernemingen laten een ander beeld zien. De bank onderzocht de positie van bedrijven in het mkb een jaar na de uitbraak van het Covid-19-virus.
Veel bedrijven hebben door de pandemie hun omzet terug zien vallen. De steunpakketten van de overheid hebben deze terugval deels gecompenseerd. Naar schatting zijn in 2020 ongeveer 9300 mkb-bedrijven door de pandemie in liquiditeitsproblemen gekomen. Zonder steun van de overheid was dit aantal waarschijnlijk maar beperkt hoger uitgekomen, zegt de centrale bank.
De toename van het aantal mkb-bedrijven met een tekort aan financiële middelen zat met name in sectoren die direct werden geraakt door de coronamaatregelen, zoals de horeca, de reisbranche, hotelketens, sport en recreatie en de kunstsector. Omdat hun aandeel in de rest van de economie beperkt is, dempt dit volgens de bank het totale effect.
In de detailhandel zitten grote verschillen tussen bedrijven. Zo hadden kleding- en schoenenwinkels het financieel een stuk lastiger dan doe-het-zelf-zaken en bedrijven die elektronica verkochten. Door de coronacrisis moesten winkels gedwongen gesloten worden, maar klusten mensen meer in huis en kochten ze meer telefoons, laptops en televisies.
DNB bekeek voor het onderzoek onder meer de jaarrekening van 2019, de bedrijfsomzet, het personeelsbestand en de uitgekeerde bedragen van de coronasteunregelingen van de overheid in 2020.