Waar ooit Blokker de etalages vulde met huishoudelijke artikelen, zien we nu steeds vaker de Duitse discounter Kik opduiken. Terwijl Blokker definitief ten onder ging, breidt Kik agressief uit met een focus op goedkope textiel en huishoudproducten. Maar wat drijft deze keten? En hoe kan het dat juist zij profiteren van de leegstaande panden?
Kik, wat staat voor Kunde ist König (de klant is koning), is een Duitse prijsvechter met inmiddels meer dan 4.000 winkels in Europa. In Nederland begon het bedrijf relatief klein, maar na een moeilijke start zet Kik nu vol in op expansie. De keten concurreert met winkels als Action, Wibra en Zeeman, maar onderscheidt zich door een breed assortiment goedkope kleding, vooral voor dames en kinderen.
De ondergang van Blokker – ooit een van de bekendste huishoudketens van Nederland – heeft een leegte achtergelaten in de winkelstraten. Kik grijpt deze kans en opent twintig nieuwe filialen in voormalig Blokker-panden. De strategie? Locaties overnemen die al een gevestigde klantenstroom hebben en daardoor direct renderen.
Maar Kik is niet de enige speler in deze race. Wibra, Kruidvat en Action vissen in dezelfde vijver van goedkope winkelruimte. Volgens Kik Nederland-directeur David Philipoom is er sprake van een "enorme strijd" om de beste plekken. Toch lijkt Kik vaak als winnaar uit de bus te komen, mede doordat het bedrijf snel schakelt en minder strenge huurvoorwaarden hanteert.
Waarom slaagt Kik waar andere ketens struikelen? Een aantal factoren speelt mee:
Toch kent de keten ook uitdagingen. Personeelsverloop is hoog, vooral omdat de salarissen laag blijven en het werk fysiek zwaar is. Ook krijgt Kik kritiek op de productieomstandigheden van zijn goedkope kleding, die grotendeels in Bangladesh wordt vervaardigd.
De discountsector floreert in Nederland. Naast Kik breiden ook andere prijsvechters zoals Primark en Wibra uit. Met een stijgende vraag naar betaalbare mode en huishoudelijke artikelen lijkt de toekomst van Kik rooskleurig. De vraag is of de keten kan blijven groeien zonder de nadelen – zoals lage lonen en milieubelasting – uit het oog te verliezen.