Economen kritisch over gemeentelijke financiering starterswoningen: "Drijft alleen maar de prijzen op"

De gemeente Westland heeft een investeringsfonds opgezet voor het kopen van bouwgrond. Tweehonderd starters kunnen daardoor een ton meer uitgeven aan een woning. Economen vinden het plan maar niks. Het drijft de huizenprijzen nog verder op, stellen ze in het AD.

Starters uit de gemeente die een nieuwbouwwoning van maximaal 350.000 euro aanschaffen, hoeven slechts 250.000 euro te betalen. De rest schiet de gemeente voor. De bouwgrond komt in handen van de gemeente. Later kan de huiseigenaar bij een hoger inkomen alsnog de grond kopen.

Het Westlandse investeringsfonds bevat op dit moment 20 miljoen euro. De gemeente is in gesprek met verschillende marktpartijen en wil in samenwerking met hen het fonds verdubbelen.

Veel gemeenten proberen starters te helpen een koophuis aan te schaffen in een oververhitte woningmarkt. Zo helpt een op de drie gemeenten jonge kopers met een starterslening, zodat ze meer kunnen bieden op een huis. Het kabinet heeft vorig jaar voor starters tot 35 jaar de overdrachtsbelasting afgeschaft en in het coalitieakkoord staat een plan voor premie A-woningen, ook een subsidie voor starters.

Economen zijn erg kritisch over deze stimulerende maatregelen in een oververhitte markt. Stimuleren doe je in tijden van recessie en depressie, niet als de prijzen door het dak gaan. “Het klinkt nobel om starters te helpen met de financiering van hun woning, maar in dit geval verschuif je het probleem”, zegt econoom Nic Vrieselaar van de Rabobank in het AD.

“De starters die worden geholpen, hebben een huis, maar er is iemand anders die mogelijk wel 350.000 euro had kunnen betalen die dan misgrijpt. Als dit op grotere schaal zou gebeuren, zou het de huizenprijzen verder opdrijven. Een gevalletje ‘als de huizenprijzen niet naar de starter komen, brengen we de starter wel naar de huizenprijzen’. Dat is vooral een cadeau voor de grondeigenaar, die de prijs dus niet hoeft te verlagen.”

Bron(nen): AD