De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal minder hard gekrompen dan eerder aangegeven. Dat bleek woensdag uit een tweede raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Er was sprake van een teruggang van 1,5 procent, waar bij een eerdere raming werd uitgegaan van een krimp met 1,7 procent ten opzichte van een kwartaal eerder.
Bij de eerste berekening bleek de economie nog als gevolg van de coronacrisis met het snelste tempo gekrompen sinds het dieptepunt van de financiële crisis in 2009. Met de krimp kwam een einde aan een periode van economische groei die 23 kwartalen op rij duurde.
Sinds de eerste raming zijn vooral de investeringen, waaronder de bouwinvesteringen en de investeringen in onderzoek en ontwikkeling, naar boven bijgesteld. Ook de consumptie door huishoudens is iets opwaarts aangepast, aldus het statistiekbureau. Het handelssaldo is daarentegen neerwaarts bijgesteld. Het totaalbeeld is echter niet veranderd, zo constateert het CBS. De krimp van het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal van 2020 is vooral toe te schrijven aan de gedaalde consumptie door huishoudens.
LaagconjunctuurDe tweede berekening wordt 90 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal met 0,2 procent. Volgens de eerste berekening was dat 0,5 procent.
Het CBS maakte ook bekend dat het algehele economische beeld in juni wel fors verder is verslechterd. De economie is diep in een fase van laagconjunctuur gekomen, zo komt naar voren uit de zogeheten conjunctuurbarometer van half juni. De maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus hebben vanaf verslagmaand maart grote invloed.