Bijna twee jaar zweeg Erik Staal, de oud-bestuursvoorzitter van
Vestia, waarvan de riskante derivatenportefeuille de gehele corporatiesector deed wankelen. Hij zat in zijn villa op de Antillen en reageerde nooit, ook al werd zijn naam bijna synoniem met graaien en pikken. Hij gaf nog nooit in het openbaar tekst en uitleg hoe de financiële situatie bij ‘zijn’ Vestia zo kon ontsporen. Tot gisteren, schrijft het
FD. Voor de kantonrechter wilde Staal zich gisteren verantwoorden over zijn pensioen van € 3,5 mln. Het nieuwe bestuur van Vestia eist vernietiging van het pensioenbesluit van de toenmalige raad van commissarissen eind 2011. In de kantlijn van het getuigenverhoor in Rotterdam zei Staal tegen het FD dat ‘de berg’ kritiek en negativiteit die hij sinds zijn gedwongen vertrek in februari 2011 over zich heen kreeg, hem te groot was. ‘Dat gun je niemand.’ Daartegen wilde hij ‘zijn omgeving’ — zijn naasten — beschermen. Hij hield zich stil. Staal voelt zich ten onrechte geslachtofferd. De miljardenverliezen met derivaten zijn niet zijn schuld. Hij heeft destijds keurig de derivatencontracten ondertekend die hem werden voorgelegd en ook al waren ingegaan. ‘Want zo gaat dat’, zei hij. Ook hij voelt zich overvallen door de vermeende derivatenfraude bij Vestia. Ofwel: hij was de baas, maar hij ging er niet over