De economische macht van de EU neemt snel af. Niet in de eerste plaats door de gebrekkige eigen groei, maar vooral omdat het elders veel beter gaat. In de afgelopen 20 jaar is de bijdrage (bbp) van de EU-27 aan de wereldeconomie afgenomen van 26 tot 19 procent. De bijdrage van
China steeg fors. In dezelfde periode zijn de economische verhoudingen binnen de EU-27 maar weinig veranderd. Dat meldt het CBS In de periode 1992-2012 steeg de bijdrage van China aan de wereldeconomie van 4 tot 15 procent. Hiermee was China in absolute zin de grootste stijger. Ook de gezamenlijke bijdrage van de andere
landen die net als China, wel deel uitmaken van de G20, maar niet van de OESO, de club van rijke landen, steeg van 14 tot 16 procent. Het gaat hier over Argentinië, Brazilië, India, Indonesië, Rusland, Saoedi-Arabië en Zuid-Afrika. Het teruglopen van het aandeel van de EU-27 en de Verenigde Staten in de wereldeconomie en de opkomst van China heeft zich in sterke mate in de periode 2002-2012 voltrokken en in mindere mate in de periode 1992-2002. Het gaat hier uitdrukkelijk om de totale omvang van het bbp van een land of groep landen en de groei daarvan. Het bbp per hoofd van de bevolking ligt in de EU en de Verenigde Staten nog steeds veel hoger dan bijvoorbeeld in China.