‘Europa beseft niet dat er een oorlog woedt. Als het niets doet, zal het verzuipen.’ Laurent Alexandre, veelzijdig man - uroloog, chirurg, alumnus van Sciences Po en de Ecole nationale d’administration, schrijver van succesvolle boeken, columnist en bedrijfsleider - denkt dat Europa werkt aan zijn eigen ondergang. We hebben niet in de gaten dat de wereld helemaal gaat veranderen. En onze elite bestaat uit technofoben die meer bezig zijn met de gevaren van de vooruitgang dan met de mogelijkheden.We maken vooral regeltjes om vooruitgang te verbieden. Tegen De Standaard: ‘Er is nog wat tijd, er zijn nog geen echt intelligente machines met een bewustzijn, maar we zijn slecht bezig. Een eigen Google maken, heeft geen zin meer. De nieuwe Europese verordening rond de bescherming van gegevens die dit jaar van kracht gaat, zal de Chinezen en de Amerikanen nog meer helpen. Ik zeg niet dat het medische dossier van je opa met alzheimer zonder bescherming op Facebook moet, maar heel wat regeltjes zullen een handicap blijken op de markt van de artificiële intelligentie, die leeft van gegevensverzameling. Zo weet je niet altijd op voorhand welke data nuttig zullen zijn in de toekomst, maar Europese bedrijven moeten wel uitleggen waarom ze welke gegevens bijhouden. Dat kan een nadeel blijken tegenover Chinese bedrijven. Sowieso zijn autoritaire regimes beter gewapend tegen de technologische uitdagingen van de toekomst dan de traditionele democratieën. Europa is altijd welwillend, zacht, vriendelijk. Het heeft er geen idee van dat er een technologische oorlog woedt.’ Veelzeggend: Jean Claude Juncker, de baas van Europa die mede de toekomst bepaalt, heeft geen smartphone en weet ook niet hoe die werkt. Heel veel taken zullen door machines worden overgenomen, om te beginnen met simpel werk. En, denkt Alexandre, Europa reageert amper en zal er dus aangaan. Terwijl er maar een oplossing is: zorgen dat er geen domme mensen meer zijn. 'We onderschatten de enorme ontreddering die ons binnen tientallen jaren te wachten staat als plots blijkt dat er geen plaats meer is voor minder intelligente mensen. We moeten een oplossing bedenken, en ik zie er maar één: het brein versterken. Anders zullen we met een leger nuttelozen zitten. Het is geen moreel standpunt, maar een pragmatische stelling.’