De rechtbank in het Duitse Hagen heeft geen oordeel kunnen vellen over de Nederlandse oorlogsmisdadiger Siert Bruins (92). Bruins stond in Hagen terecht voor de
moord op verzetsstrijder Aldert Klaas Dijkema. Die moord werd gepleegd in september 1944 bij Appingedam. De rechter stelt dat er te veel onduidelijkheid is. Er konden bijvoorbeeld geen getuigen gehoord worden. Verzetsstrijder Dijkema werd in september 1944 gearresteerd en doodgeschoten op een fabrieksterrein bij Appingedam. Bruins zegt dat zijn inmiddels overleden SD-collega, August Neuhäuser, de verzetsstrijder doodschoot. De eis van de aanklager was levenslang. Bruins' advocaat had maandag vrijspraak gevraagd. Hij had de rechter in Hagen er onder meer op gewezen dat Bruins in 1949 in Nederland al is veroordeeld voor dezelfde zaak, een tweede veroordeling voor hetzelfde vergrijp zou juridisch niet mogelijk zijn. Bruins kreeg in dat proces eerst de doodstraf, een
straf die later werd omgezet in levenslang. De Nederlander, die de Duitse nationaliteit kreeg, zat de straf nooit uit omdat hij kort voor het einde van de oorlog naar Duitsland was gevlucht. In de jaren tachtig zat Bruins vijf jaar in de cel na een veroordeling voor de moord op twee Joodse broers. De Duitse justitie besloot in juli vorig jaar een nieuw onderzoek te starten naar Bruins betrokkenheid bij de moord op Dijkema. Het proces tegen Bruins liep sinds september, toen werd vastgesteld dat Bruins' gezondheidstoestand een proces niet in de weg staat. Artsen concludeerden dat hij niet dement of zwaar depressief is. Bruins meldde zich in de Tweede Wereldoorlog bij de Waffen-SS en vocht onder meer aan het oostfront. Hij werkte in Nederland voor de Duitse inlichtingendienst SD, een politie-afdeling van de SS.