Een Chief Happiness Officer is nog bepaald niet ingeburgerd in Nederland. Slechts veertien bedrijven hebben iemand in dienst die zich inzet voor het geluk van werknemers. Dat, terwijl werkgeluk steeds belangrijker wordt én blije werknemers productiever zijn.
Er is al wel een opleiding tot werkgeluksdeskundige. Opleidingscoördinator Inge van der Putten van Fontys legt uit: "Onze kinderen moeten waarschijnlijk tot hun 70ste doorwerken. Dat kun je beter in goede gezondheid doen. Wie gelukkig is op zijn werk, is productiever en minder vaak ziek. Bovendien krijgen jonge mensen het financieel minder goed dan de oudere generatie. De ziektekosten worden hoger en de pensioenvoorziening lager. Ze zullen voldoening uit andere zaken moeten halen. Waar kan dat beter uit dan hun werk?"
Ze vervolgt: "Burn-outs dreigen volksziekte nummer één te worden en kosten bedrijven klauwen met geld. Als je dat kunt voorkomen door regelmatig met mensen rond te tafel te zitten en te spreken over hun werkgeluk, bespaart dat enorm." Evelien Veenman, zelf een van de weinige Chief Happiness Officers van Nederland, noemt haar baan dan ook geen luxe gril. "Gelukkige medewerkers leiden tot tevreden en loyale klanten en zo tot meer winst. Het gaat in dit bedrijf om factureerbare uren. Als ik niet zou kunnen aantonen welke kwaliteit ik lever, zou ik hier niet hebben gezeten."