Het gedrag van leidinggevenden is ondermaats, zo blijkt donderdag uit een onderzoek van Intomart GfK in opdracht van accountants- en adviesorganisatie Grant Thornton, waarover Nu en De Telegraaf berichten. Leidinggevenden zouden geen goed gevoel hebben voor wat werknemers belangrijk vinden en onvoldoende blijk van waardering geven bij goed functioneren. Bovendien geven ze zelf niet altijd het goede voorbeeld. ,Bij de beste werkgevers van Nederland zien we dat directie en leidinggevenden een faciliterende rol hebben. Ze staan midden tussen de medewerkers en sturen de organisatie aan op basis van vertrouwen in plaats van op controle. Ze gaan ervanuit dat hun mensen zelf heel goed weten wat het beste is om te doen en beperken controles daarom tot een absoluut minimum,' zegt Guido Heezen, directeur van Effectory. Wanneer alles erop is gericht om medewerkers in staat te stellen om hun vak goed uit te oefenen, ben je goed bezig. Dit doen ze bijvoorbeeld door het in bescherming nemen van hun mensen tegen onnodige of onlogische regelgeving of protocollen. Vakmanschap wordt in een goede organisatie gewaardeerd en beloond. Volgens Grant Thornton zijn de uitkomsten van de studie vanuit het perspectief van integriteitsbeheersing echter zorgelijk. “Werknemers hebben de neiging zich te spiegelen aan het gedrag van leidinggevenden. Als de baas altijd te laat komt, knoeit met zijn kilometeradministratie of regels in het algemeen aan zijn laars lapt, dan wordt dat gedrag informeel tot norm verheven.” 29 Procent van de werknemers stelt dat ‘niet iedereen binnen de organisatie weet wat gewenst en ongewenst gedrag is’. Meer dan een derde vindt dat er niet goed wordt opgetreden tegen ongewenst gedrag. Volgens 87 procent van de ondervraagden wordt er op de werkvloer over collega’s geroddeld, terwijl 70 procent stelt dat collega’s zich onterecht ziekmelden. Volgens iets meer dan de helft worden collega’s lang niet altijd op ongewenst gedrag aangesproken. De meeste werknemers, 80 procent, gaan overigens met plezier naar het werk. In totaal werkten 500 werknemers van middelgrote commerciële en non-profit organisaties mee aan het onderzoek.