"Het zit in onze cultuur dat we niet al te veel willen werken"

Economie
dinsdag, 03 mei 2022 om 9:30
anp 422547429

We zien het op Schiphol, in de horeca, in het onderwijs, in de zorg, waar eigenlijk niet? Schreeuwende personeelstekorten. Tegelijkertijd werkt een Nederlander gemiddeld maar 29 uur.

We worden steevast de deeltijdkampioenen van Europa genoemd. Het zit in onze cultuur, vertelt hoogleraar Arbeidsmarkt Ton Wilthagen van Tilburg University aan de Telegraaf. Bijna driekwart van de vrouwen werkt parttime en net geen kwart van de mannen. "Ook mannen willen het liefst minder uren maken, blijkt uit onderzoek. We vinden het belangrijk om zelf de kinderen op te voeden, tijd te hebben voor mantelzorg, hobby’s en projecten. Vrouwen met kleine kinderen worden erop aangekeken als zij voltijds werken. Dat zorgt ervoor dat deeltijdwerk stevig verankerd is in onze cultuur.”

Als in typische parttime-sectoren zoals de zorg en het onderwijs vrouwen gemiddeld één uur per week meer zouden gaan werken, zouden de personeelstekorten zijn opgelost, becijferde consultancybureau McKinsey al in 2018.

Flexibeler werktijdenMeer werken zou kunnen, legt Wilthagen uit, als werkgevers flexibeler omspringen met de werktijden, zodat een ouder bijvoorbeeld wel tussendoor een kind van school kan halen. Ook is het belangrijk dat er onder de streep wel extra geld overblijft. Met ons ingewikkelde belastingstelsel is dat nu namelijk nog lang niet altijd het geval.

Verder moeten we ons er maar bij neerleggen, vindt de hoogleraar. "We willen massaal in deeltijd werken, maar verwachten wel een voltijds-samenleving. We accepteren het niet dat we uren moeten wachten op de beveiligingscheck op Schiphol, en we zouden het ook niet accepteren als de kinderen nog maar drie dagen per week naar school zouden kunnen of de huisartsenpost onbereikbaar is. Tegelijkertijd vergrijst de samenleving. We willen met zijn allen het liefst maar weinig werken, maar dat levert steeds meer maatschappelijke problemen op. Er komt een keer een einde aan.”

Bron(nen): De Telegraaf