Fabrikanten van elektrische apparaten hebben er weinig belang bij dat hun product moeiteloos jaren meegaat. De apparaten moeten zijn, zodat je er later weer een wil, maar niet zodat het te lang duurt voor je er weer een wil. Het Belgische De Standaard bracht bijeen hoe verschillende apparaten zo worden gemaakt dat ze stuk gaan. Veel populaire merken hebben hetzelfde euvel: de kloppers draaien op kunststofraderen, die op hun beurt worden aangedreven door een zogeheten ‘slakkenschroef’ uit metaal. Het metaal laat al snel diepe sporen na in de kunststof. Maar waarom zou je de kunststofraderen voor 30 euro laten vervangen als je een nieuwe mixer kunt krijgen voor hetzelfde bedrag? Het lijkt een kleinigheid. Het deurtje van de wasmachine wil niet meer open of dicht. Het euvel is snel ontdekt: er is een palletje afgebroken. Bij de toeleverancier van de fabriek kost zo’n palletje 1,50 euro. Een reparateur rekent echter voor alle moeite minstens 150 euro. “Maar mevrouwtje toch, voor het dubbele bedrag heeft u een nieuwe!” Daar blinkt het lampje weer: toner op! Intussen weet de geoefende gebruiker: even schudden met de cassette en je kunt nog wekenlang printen. De ongeoefende gebruiker weet niet dat er een teller in de printer zit die na een vast aantal pagina’s het sein geeft: flikkeren! Ongeacht of er nog inkt in de cassette zit of niet. Een beeldscherm openmaken om te zien waarom het zo raar doet, is alleen weggelegd voor gevorderden. Die ontdekken al gauw dat op sommige schakelpunten elementen zijn ingebouwd die niet op hun taak zijn berekend. Met de nodige vaardigheid zijn die te vervangen. Als amateur kun je daar maar beter niet aan beginnen. De espressomachine doet het niet meer, maar de garantie is nog niet verlopen. Naar de reparateur dus. Die komt met een gepeperde rekening die niet onder de garantie valt. ‘Had u het apparaat maar regelmatig moeten ontkalken’, zegt hij. ‘Dat heb ik gedaan!’, antwoordt de gebruiker. ‘Bewijst u dat maar’, antwoordt de reparateur.
Bron(nen): De Standaard