Zweden staat sinds jaar en dag bekend als een van de meest egalitaire
landen ter wereld. Maar ook daar heeft het neokapitalisme de afgelopen decennia hard huis gehouden. Tot er in 2014 een coalitie kwam van de sociaal-democraten en de Groene Partij. Nu staat het land op de eerste plaats van een van Oxfam, die meet in hoeverre landen
ongelijkheid willen verminderen. Op deze lijst van 152 landen haalt Nederland slechts de negende positie, achter landen als Duitsland, België, Frankrijk en Denemarken. In Zweden was er 81 van de afgelopen 100 jaar een centrum-linkse regering, die streefde naar een 'thuis voor het volk' of 'folkhemmet'. Daarbij is de sociaal-democratische staat als een familie, die zorgt voor iedereen en waar niemand achter blijft. Het maakte Zweden tot een van de landen waar welvaart het best verdeeld is. Maar ondanks haar reputatie heeft zelfs Zweden de afgelopen decennia een slag naar rechts gemaakt. Sinds enige jaren erkent het land een probleem te hebben met sociale ongelijkheid. "In Zweden is de ongelijkheid sinds de jaren tachtig het hardst gegroeid van alle OESO-landen," aldus voormalig IMF-adviseur Per Molander, die er een boek over schreef. Afgelopen jaar schreef Unicef dat Zweden in een neerwaartse spiraal zat als het gaat om de kansen voor de armste kinderen. Een Zweed die alleen de basisschool heeft afgerond leeft vijf jaar korter dan zijn leeftijdsgenoten met een universitaire opleiding. Ondanks drie decennia van privatiseringen, belastingverlagingen en afslanking van de verzorgingsstaat, heeft Zweden nog steeds een van de meest progressieve belastingstelsels ter wereld, aldus Oxfam. De ondersteuning van vrouwen in de werkomgeving is prijzenswaardig. Maar het land is echt ongeëvenaard als het gaat om de grote inspanningen die het levert om de kloof tussen rijk en arm verder te verkleinen, zo staat in het rapport. Die grote inspanningen zijn ingezet door de linkse coalitie van sociaal-democraten en groenen, die in 2014 aan de macht kwam. De regering begon "onverantwoorde belastingverlagingen" terug te draaien en kon, geholpen door een snelle economische groei, werkloosheidsuitkeringen en toelagen voor zieken en gezinnen met kinderen verhogen. Ook stegen de hoogste belastingtarieven en de belastingen voor banken, luchtvaart en dividenden. Er is bovendien een ingesteld, die de gezondheidsverschillen tussen rijk en arm binnen een generatie wil laten verdwijnen. De OESO, een economisch samenwerkingsverband van 35 rijke landen, stimuleerde in de jaren negentig nog belastingverlagingen en de inkrimping van verzorgingsstaten. Nu is het instituut daarop teruggekomen en publiceert het steeds vaker dat aantoont dat ongelijkheid slecht is voor economische groei. Het IMF, ooit een fervent voorstander van het neoliberalisme, volgt dezelfde koers en heeft zich nu nadrukkelijk als doel gesteld om ongelijkheid tegen te gaan om zo economische voorspoed te bevorderen.