De tien minuten die een callcentermedewerker voor zijn werktijd aanwezig moest zijn, moet worden gezien als betaalde werktijd. Zo luidt het oordeel van de Hoge Raad. Daarmee blijft een eerdere uitspraak van het gerechtshof Den Haag met een gelijke strekking in stand.
Centraal in de zaak stond een werknemer die zijn werkgever Teleperformance had aangeklaagd. Dit callcenterbedrijf schreef medewerkers voor dat zij tien minuten voor aanvang van de dienst bij hun computer moesten zitten. Zo konden ze op tijd ingelogd zijn om precies op tijd te beginnen met werken. Volgens de medewerker moest deze 'opstarttijd' worden gezien als werktijd en dus ook betaald worden.
Zowel de rechter als het gerechtshof stelde de werknemer eerder in het gelijk. Daardoor moest Teleperformance hem honderden euro's aan achterstallig loon betalen. Die compensatie heeft betrekking op de periode van september 2016 tot mei 2021.
De Hoge Raad heeft met de uitspraak het advies gevolgd van de advocaat-generaal, een belangrijke adviseur van de hoogste Nederlandse rechter. De adviezen worden vaak overgenomen, maar dat hoeft niet.