Bloemendaal was in 2016 wederom de duurste Nederlandse gemeente om een huis te kopen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bedroeg de gemiddelde verkoopprijs er vorig jaar 650.000 euro. Ook in het Noord-Hollandse Laren, Blaricum, Wassenaar en Rozendaal moest gemiddeld meer dan een half miljoen euro neergeteld worden voor een huis.
Het zijn al jaren min of meer dezelfde plaatsen waar de huizenprijzen zo extreem hoog liggen. In 2015 eindigde Bloemendaal ook al op de bovenste plaats in de lijst, al lag de gemiddelde prijs er toen nog wel zo'n 50.000 euro lager.
Huizenkopers waren vorig jaar het goedkoopste uit in Pekela, waar koopwoningen in doorsnee voor 128.000 euro van eigenaar verwisselden. Die Groningse gemeente heeft al vier jaar op rij de laagste gemiddelde verkoopprijs.
Het prijsverschil tussen de duurste en de meest voordelige gemeente kwam vorig jaar dus uit op zo'n 522.000 euro. In de drie voorgaande jaren was dit verschil nog kleiner dan een half miljoen euro.
De regionale verschillen in verkoopprijzen van woningen zijn al een paar jaar weer aan het toenemen. Dat heeft te maken met het aantrekken van de woningmarkt, waardoor er ook weer meer duurdere huizen verkocht worden.
Van zo'n grote kloof als in 2008 is echter nog allerminst sprake, blijkt uit de statistieken van het CBS. Toen bedroeg het verschil tussen de goedkoopste en de duurste gemeente wel 694.000 euro. De gemiddelde huizenprijs was in dat jaar in Reiderland in Groningen met 143.000 euro het laagst en in Bloemendaal met 837.000 euro het hoogst.