De wereldeconomie groeit de komende twee jaar minder sterk dan eerder werd gedacht. De dalende olieprijs is een meevaller, maar die wordt tenietgedaan door tegenvallende ontwikkelingen in de eurozone, China, Rusland en Japan, voorspelde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dinsdag.
Het IMF verwacht dat de internationale economie in 2015 met 3,5 procent groeit en voorziet voor 2016 een plus van 3,7 procent. Voor beide jaren valt de prognose daarmee 0,3 procentpunt somberder uit dan in oktober. Dat komt door tegenvallende ontwikkelingen in alle regio's, behalve de Verenigde Staten.
De eurozone wordt de komende tijd vooruitgeholpen door de stevige daling van de olieprijs, nieuwe maatregelen van de Europese Centrale Bank, afnemende bezuinigingen en de dalende waarde van de euro. Toch valt de groei, met respectievelijk 1,2 en 1,4 procent in 2015 en 2016, waarschijnlijk lager uit dan eerder gedacht. Volgens het IMF wegen de meevallers niet op tegen de zwakke investeringen. Die staan vooral in de exportsector onder druk, door tegenvallende groei in opkomende markten.
China
Die ontwikkeling is volgens het fonds vooral zichtbaar in China, waar de groei naar verwachting terugvalt tot 6,8 procent in 2015 en 6,3 procent volgend jaar. Die vertraging is aanzienlijk sterker dan eerder voorspeld en zal aanzienlijke gevolgen hebben voor landen in de regio.
Het IMF werd verder vooral somberder over de vooruitzichten voor armere landen die afhankelijk zijn van de export van grondstoffen. Daardoor werd de groeiprognose voor Latijns-Amerika met bijna een derde verlaagd, naar 1,3 procent dit jaar, en ging het mes in de verwachting voor onder meer Nigeria. De Russische economie wordt volgens het fonds dit jaar zelfs 3 procent kleiner, terwijl drie maanden geleden nog op een minieme groei werd gerekend.
Het IMF publiceerde geen nieuwe voorspelling voor de Nederlandse economie, die volgt in april. In oktober voorspelde het fonds een groei van 1,4 procent voor ons land in 2015.