Wie wel eens in Griekenland is geweest, weet dat het land niet bepaald (meer) gezegend is met bossen. Maar wat er nog over was van wat sinds de Oudheid is weggekapt voor de scheepsbouw, de huizenbouw en als brandhout verdwijnt nu ook in rap tempo, omdat vrijwel niemand meer geld heeft om met huisbrandolie zijn huis te verwarmen. Twee jonge Grieken, Yiannis Chadziathanasiou en Natasa Rempati, zijn vorig jaar vanuit Athene naar een driehonderd kilometer noordelijker gelegen dorpje verhuisd, op de hellingen van de berg Pilio. Ze waren succesvol als mode-ontwerper en architect, maar konden door de crisis op een gegeven moment toch de eindjes niet meer aan elkaar knopen. Nu zien ze iedere dag vrachtwagens en pickup-trucks de berg op- en afrijden, op de terugweg volgeladen met illegaal gekapt hout dat vaak in de buurt wordt opgeslagen. Volgens Wikipedia is het schiereiland Pilion, dat zijn naam ontleent aan de berg, getooid “met een prachtige natuur: beuk, esdoorn, eik, tamme kastanje, plataan, vijg, pijnboom en cipres groeien hier in groten getale.” Als het een koude winter wordt, zou dat binnenkort dus wel eens voorgoed verleden tijd kunnen zijn. Dan kunnen Chadziathanasiou en Rempati ook hun droom wel vergeten om een luxe-hotel te openen op Pilion, dat tot voor kort een goedbewaard geheim was als vakantiebestemming voor Grieken uit Athene en omgeving.
Bron(nen): The Guardian