De loftuitingen aan de Europese politieke leiders voor de manier waarop ze bezuinigen zijn volkomen onterecht, schrijft Paul Krugman in zijn column in The New York Times. De econoom neemt als maatstaf de Grote Depressie in de jaren ’30. Een belangrijke graadmeter van de economie is de verandering van het bbp. Groot-Brittannië verkeert in een slechtere staat dan tijdens de Grote Depressie, evenals als Italië. En Spanje is klaar voor de double-dip recessie.
In Europa zijn de ideologische veren geschud. Door bezuinigingen door te voeren denken regeringsleiders de economische groei te kunnen sturen. Het tegendeel is waar. Ook het IMF waarschuwde er tegen, zonder succes. We zien het debacle zich voltrekken. Een halve eeuw geleden zou elke econoom faliekant tegen bezuinigingen zijn geweest. Nu zijn beleidsmakers, experts en economen vergeten wat ze zouden moeten weten, grotendeels om politieke redenen. De middenklasse is het slachtoffer van hun geheugenverlies, aldus Krugman.