Op zestien knelpunten op de Nederlandse rijkswegen zullen de files de komende jaren flink toenemen als gevolg van door stikstof stilgelegde wegenprojecten. In totaal gaat het in de periode 2024 tot 2030 om 14,5 miljoen extra voertuigverliesuren, ofwel uren vertraging. Dat heeft het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) becijferd. Ter vergelijking: in heel 2022 hebben alle weggebruikers samen 58,1 miljoen uur extra moeten reizen door files, volgens cijfers van Rijkswaterstaat.
Mede door de stikstofuitstoot zijn meerdere projecten voor de aanleg of uitbreiding van rijkswegen tijdelijk stilgezet of vertraagd. Hierdoor neemt de filedruk de komende jaren toe, terwijl die juist was afgenomen als de projecten wel waren doorgezet, volgens het EIB.
"De totale congestie op deze zestien knelpunten zal verdubbelen als de projecten niet worden uitgevoerd", waarschuwt de EIB. Met name het aanpakken van Knooppunt Hoevelaken had de filezwaarte op verschillende knelpunten fors kunnen verminderen, zegt het instituut. Dat project ligt nu stil.
Productieverlies
De budgetten die waren vrijgemaakt voor de wegenprojecten kunnen bovendien niet allemaal doorgeschoven worden naar andere projecten, zoals onderhoud, wat per saldo leidt tot een productieverlies van 1,2 miljard euro voor de infrasector in Nederland tussen 2024 en 2030. Projecten voor de aanleg en uitbreiding van rijkswegen worden met een productieverlies van 800 miljoen euro het sterkst getroffen, volgens het EIB. Ook bij weginvesteringen door provincies en gemeenten en bij vervangings- en renovatieprojecten van het Rijk lopen de verliezen door stikstof in de honderden miljoenen euro's.
De EIB keek ook naar de risico's rond stikstof voor negentien grootschalige woningbouwlocaties. Naast de bouw van een half miljoen woningen vragen deze plannen ook om grote investeringen in wegen en openbaar vervoer. De bouw daarvan beslaat meerdere decennia, maar nog steeds gaat het om hoge aantallen per jaar, aldus het EIB. Ook hierbij kan de stikstofuitstoot tijdens de bouw problemen geven, concludeerde het instituut.