De inkomensverschillen in Nederland zijn tijdens de kredietcrisis kleiner geworden. Dat stelde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag.
Volgens het statistiekbureau verdienden de 20 procent van de huishoudens met de hoogste inkomens na 2008 2,5 keer zo veel als de groep van 20 procent met de laagste inkomens. Daarvoor waren de inkomens van de meest verdienende huishoudens nog 2,8 keer zo hoog als die van de minst verdienende.
De inkomensdaling was niet gelijk verspreid over de huishoudens, zo merkt het CBS op. Het inkomen van mensen in loondienst of met een uitkering is doorgaans erg vast. Zij gingen er dus niet zoveel op achteruit, tenzij ze bijvoorbeeld hun baan kwijtraakten. Het inkomen van zelfstandigen daarentegen beweegt sterker mee met de economische ontwikkelingen.
Zelfstandigen
De krimp van de economie in de betreffende periode ging gepaard met een afname in het inkomen van zelfstandigen. Omdat de groep met de 20 procent hoogste inkomens relatief veel zelfstandigen telt, werden de inkomens van deze groep in deze periode harder geraakt. Hierdoor werd het inkomensverschil met de onderste inkomensgroep kleiner.
Inkomensverschillen worden ook kleiner doordat de overheid belastingen en sociale premies int, uitkeringen verstrekt en bijvoorbeeld een deel van de zorgkosten betaalt. Zonder tussenkomst van de overheid verdienden de huishoudens met de hoogste inkomens in 2012 gemiddeld 86.000 euro per jaar, 12 keer zo veel als de huishoudens met de laagste inkomens.
Maar, door herverdeling via belastingen en sociale regelingen vallen de hoogste inkomens lager uit en krijgen huishoudens met de laagste inkomens juist extra te besteden. De hoogste inkomens zijn dan nog maar 2,5 zo hoog als de laagste. Overigens kunnen mensen met een laag inkomen best een hoog vermogen hebben, bijvoorbeeld ouderen die hun hypotheek hebben afbetaald.