Vannacht is geen akkoord bereikt over de miljardensteun aan de zwaar getroffen Zuid-Europese landen. Waar zelfs Duitsland akkoord ging,
bleef Nederland dwarsliggen. Tot grote woede van Italië en Spanje. Een woede die volledig terecht is,
schrijft Joris Melman, politicoloog aan de universiteit van Oslo, in dagblad Trouw. Hij zet in de krant uiteen waarom Nederland allesbehalve solidair is.
De euro"De gemeenschappelijke munt en zijn regelsysteem heeft veel gunstiger gewerkt voor noordelijke economieën zoals de Nederlandse dan voor de zuidelijke, daar zijn de meeste economen het wel over eens," schrijft Melman. "Zo ontnam het de zuidelijke landen de mogelijkheid tot devaluatie van hun munt, een beleidsinstrument dat ze voor de introductie van de euro veel gebruikten."
De economische crisis"Belangrijker is nog dat we in Nederland onderschatten hoeveel economische pijn het zuiden sinds de crisis te verduren heeft gehad. In Nederland denken we dat wij een zware tijd achter de rug hebben, met een werkloosheid die bijna de 8 procent aantikte. Maar in Zuid-Europa zijn dat cijfers om van te dromen, zelfs in de beste jaren. Griekenland ging van 7 procent werkloosheid in 2008 naar 28 procent in 2012, en staat nu nog steeds op 16 procent. Ook in Spanje kwam de werkloosheid ruim boven de 25 procent." Twaalf jaar later ligt het bruto binnenlands product van Griekenland, Italië en Spanje nog steeds onder dat van 2008.
Noodpakketten"De noodpakketten van de eurocrisis waren substantieel, maar meer bedoeld om de eigen banken te steunen dan uit liefdadigheid," aldus Melman. "Onderzoek van de Duitse ESMT-universiteit toonde bijvoorbeeld aan dat 95 procent van de 216 miljard euro aan Griekse noodpakketten direct naar rente- en schuldbetaling ging. Naar Duitse, Franse en Griekse banken dus, en amper naar de Griekse staat."
Voordelen EU"Landen als Nederland en Duitsland zitten er welvarend bij, zeker ook omdat ze zo succesvol gebruik weten te maken van Europese samenwerking," merkt de politicoloog op. "Zo becijferde de Bertelsmann Stiftung dat de Europese interne markt de Nederlandse burger per jaar gemiddeld zo'n 1500 euro oplevert, tegenover 600 euro voor de Spanjaard en 300 euro per Griek."
Ondertussen mogen grote multinationals, onder meer uit Zuid-Europa, voor vele miljarden via Nederland de belasting ontwijken. Wat moet het Zuid-Europese landen ongelooflijk irriteren dat minister Wopke Hoekstra vervolgens met een geheven vingertje begint over hun huishoudboekje.