De rente op Nederlandse staatsleningen met een looptijd van tien jaar is dinsdag voor het eerst in meer dan elf jaar boven de 3 procent uitgekomen. Dat betekent dat Nederland niet meer zo goedkoop kan lenen als voorheen, maar dat beleggers wel meer geld kunnen verdienen door te investeren in schuldpapier van de overheid.
Op de obligatiemarkten werd dinsdag gereageerd op nieuwe inflatiecijfers. In Frankrijk is de toename van het algehele prijspeil deze maand weer opgelopen door hogere voedselprijzen. Ook in Spanje werd het leven in februari onverwacht duurder. Donderdag worden de inflatiecijfers voor de hele eurozone bekendgemaakt.
Een hogere inflatie betekent dat de Europese Centrale Bank (ECB) zijn rentetarieven waarschijnlijk verder zal opvoeren om een einde te kunnen maken aan de flinke prijsstijgingen van de laatste tijd. Door lenen duurder te maken, probeert de ECB de vraag in de economie af te remmen en dat zou de inflatie omlaag moeten brengen.
Jarenlang was de rente in de eurozone juist heel laag. Daardoor kregen mensen bijvoorbeeld amper nog rente over hun spaargeld, maar het scheelde ook op de maandlasten voor de hypotheek. Op de obligatiemarkten dook de rente op Nederlandse staatsleningen afgelopen jaren meerdere keren onder nul. Dat betekende dat beleggers geld moesten toeleggen op de middelen die ze in Nederlandse obligaties staken.